FIRO - getting so much from so little
Jenny Rogers - Executive Coach at Jenny Rogers Coaching
Al enige tijd coach ik Peter, een CEO van een grote liefdadigheidsinstelling*. Peter is 55 jaar en werkt 9 jaar in deze functie. Als ik hem ontmoet, ziet hij er vermoeid en zenuwachtig uit.
"Ik ben het beu dat mijn collega's mij als hun ouder behandelen. Ik vind het thuis al lastig genoeg om een ouder te zijn. Ik ben uitgeput, onze financiële positie staat onder druk en ik denk dat ik deze baan niet meer wil."
Peter vertelt mij dat hij al vaak, zoals hij het zelf noemt "gepsychometriseerd" is en dat zijn MBTI®-type ISTJ is. Hij kent FIRO-B® echter niet. Ik geef aan dat ik een fan van dit instrument ben, zelfs zo'n grote fan dat ik als co-auteur een boek over het FIRO-instrument heb geschreven. Peter zucht en zegt uiteindelijk "Ok, ik doe het."
Wat maakt de combinatie van MBTI en FIRO zo uniek? Met behulp van de MBTI ontdek je je ideale zelf, wie je zou kunnen zijn en waar je bij voorkeur je aandacht en energie op richt. Het FIRO-instrument daarentegen laat zien waarom je datgene wat je graag wilt bereiken, soms niet kunt bereiken, omdat je interpersoonlijke behoeften in de weg staan. De FIRO is gebaseerd op de ideeën van Will Schutz, een wetenschapper die ervan uitging dat we allemaal drie essentiële behoeften hebben: Inclusie. Controle en Affectie. Je kunt deze behoeften beter begrijpen als Roem, Macht en Liefde. Onze interpersoonlijke behoeften worden in onze jeugd bepaald, maar de mensen om ons heen hebben vaak weer andere behoeften. Dus wat anderen van ons willen, wat wij van hun nodig hebben en wat we bereid zijn te geven, kunnen radicaal in strijd zijn met elkaar.
Peter's focus was gericht op efficiëntie, orde en planning. Hij sprak op het werk nooit over de moeilijkheden in zijn privéleven, zoals het uiteenvallen van zijn huwelijk. Toen ik de FIRO-B bij hem afnam, waren dit zijn resultaten (zie onderstaand figuur). Alle scores worden weergegeven op een schaal van 0 tot 9 waarbij 9 staat voor een sterke behoefte het gedrag te laten zien en 0 voor een sterke behoefte het gedrag te vemijden.
Peter was verrast door deze resultaten en begreep gelijk waar het probleem lag. Toen hij zijn Affectie-scores zag, reageerde hij als volgt: "Ik mag mezelf niet graag, of wel?" Zulke lage scores op Affectie betekenen meestal dat de persoon het lastig vindt om zijn emoties te uiten of om hulp te vragen. Peter's hoge score op Vertoonde Controle en zijn lage score op Gewenste Controle betekenen dat hij ervan geniet om in controle te zijn, maar het lastig vindt om te delegeren. Zijn lage scores op Inclusie geven aan dat hij behoefte heeft aan privacy en minder geneigd zal zijn te socializen of anderen in zijn leven toe te laten. Peter's ambitie om succesvol te zijn en zijn drive voor efficiëntie hebben er toe geleid dat zijn collega's hem als een emotieloze tiran gingen zien.
Peter zag in dat zijn angst om te socializen of te praten over zijn gevoelens voortkwamen uit zijn jeugd. Als kind voelde Peter zich ongeliefd en afgewezen en had hij ter bescherming een muur om zichzelf gebouwd. Hij begreep dat deze muur niet meer nodig was en besloot om zijn gedrag te veranderen. Hij daagde zichzelf uit om iedere dag persoonlijke informatie te onthullen. Peter kocht een notitieboekje dat zijn "onthullingsdagboek" werd waarin hij ook onze gesprekken meenam.
Een jaar later: Peter en zijn partner zijn vriendschappelijk uit elkaar gegaan, hij heeft ontslag genomen en voor een andere carrière gekozen die beter bij hem past. Aan het einde van onze coachingsessie zei Peter nog: "Wie had ooit kunnen bedenken dat er zoveel uit zes cijfertjes kan voortkomen?"
*De echte persoonsgegevens zijn om privacyredenen gefingeerd.
Deze blog is eerder verschenen in het Engels.